http://www.slideshare.net/elinedm90/hoogbegaafdheid-begint-al-in-de-wieg
Referentie
uymakers M., ‘Hoogbehaafdheid begint in de wieg',in: Talent, 2005 nummer 4,..
synthese
Begaafdheid zou ook al van jongs af op treden, waardoor begaafde kinderen ook aangepaste omgeving nodig hebben, zegt Amerikaans psycholoog Robinson. Want ze verlangen immer naar interessante vriendjes.
Het opvoeden van een begaafd kind vraagt dan ook veel meer tijd van de ouders dan bij een doorsnee kind. Zij moeten immers beschikken over vaardigheden die gunstig zijn voor de cognitieve ontwikkeling van het kind.
Ook het gedrag van een hoogbegaafd kind is iets dat sterk opvalt, waardoor men daar ook nog eens veel tijd moet aan spenderen.
Zeker omdat een hoogbegaafd kind geen fouten wil maken, voelt hij zich slecht indien hij dit wel doet.
context
De context van het artikel gaat over Hoogbegaafdheid of dit al dan niet al
van bij de geboorte plaatsvindt.
Het geheel rond het artikel komt uit het tijdschrift “Talent”. Van november 2005.
Het artikel gaat dus over de vraag of Hoogbegaafdheid al begint van in de wieg, en daarop gaat het symposium ‘dolgedraaid’ van Groningen dus onderzoek naar doen.
Men stelt vast dat wetenschappers en praktijkmensen hun kinderen vaak te veel onder druk staan, waardoor er volgens Professor Goorhuis-Brouwer te veel aandacht is voor de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen.
De auteur
De auteur van het artikel is Marianne Pluymakers.
Volgens het artikel is Mariane een Gezondheidszorgpsycholoog/onderwijskundige die verbonden is aan de Psychologische Adviespraktijk van Begaafden te Utrecht (PABU: www.hoogbegaafdheid.com) verdere informatie is er echter niet te vinden op het internet.
Boeken die zij ook schreef, zijn “onderwijs aan begaafde kinderen in het voortgezet onderwijs”, “onderwijs aan hoogbegaafde kinderen”
De structuur
De structuur van het artikel is zeer professioneel, het artikel bevat één tekening, enkele tussentitel en ook enkele blikvangers. De tussenteksten volgen elkaar ook goed op waardoor het tot één geheel komt.
De organisaties
De organisaties die betrokken waren bij dit thema:
Studie van Terman
Recentelijke studie van Terman van Engelse psycholoog Joan Freeman
Het symposium
De specialisten
De specialisten die betrokken zijn bij het artikel:
Professor Goorhuis-Brouwer
Professor van der Haag, kinderpsychiater
Professor Van Geert, ontwikkelingspsycholoog
Dr. Bas Levering, pedagoog
De Amerikaanse psycholoog Robinson
De Amerikaanse psycholoog Jackson
Mijn drie vragen aan de specialisten:
1. waarvan u interesse om dit te onderzoeken?
2. was het moeilijk om hier een uitslag over te vinden?
3. hebt u hiervoor al vaak met hoogbegaafdheid te maken gehad?
Moeilijke woorden
De moeilijke woorden inclusief de definitie van in het artikel:
Cognitie: betrekking hebbend op het (leren) kennen neergaan; schommelen, variëren
De bronnen
De bronnen die ik graag nog zou doornemen zijn :
K.F. Wenckebach instituut (2005). Dolgedraaid; mogen peuters nog peuteren en kleuters nog kleuteren? Symposiumbundel. Groningen.
Martijn van Calmthout (2005). Einsteins licht. Een leven met relativiteit. Amsterdam; Uitgeverij Contact