Referentie
Pluymakers, M. (24 januari 2003). Het belang van vriendschappen voor begaafde kinderen. In:Talent, p24-26.
Synthese
Het belang van vriendschappen voor begaafde kinderen
De onderzoekster gaat uit van de vaststelling dat ouders van begaafde kinderen deze afremmen in hun leergierigheid uit angst dat het kind geen vriendjes zal maken. Verschillende onderzoeken geven tegenstrijdige resultaten. Volgens Schrameijer is gezond en gelukkig zijn de basisvoorwaarde voor het maken van vrienden. Bovendien kunnen vrienden voor stress zorgen en tijd opslorpen die nodig is voor het ontwikkelen van een talent. Emotionele autonomie ontwikkelen ( leren omgaan met eenzaamheid) is nodig.
Er zijn twee theorieën die een harmonieuze sociaal-economische ontwikkeling als voorwaarde stellen voor het realiseren van cognitieve mogelijkheden. Een eerste theorie (Hermans) maakt onderscheid tussen het zelfbevestigingmotief en anderzijds het aansluitingmotief. Hier is geen sprake van een hiërarchische ontwikkeling. In de tweede theorie van Maslow worden de behoeften van de mens in de vorm van een piramide geschetst : het is noodzakelijk niveau per niveau te vervullen vooraleer men tot de top komt namelijk zelfactualisatie. Dus ook de begaafde leerlingen moeten eerst investeren in hun basisbehoeften zoals “erbij horen”.
Het nut voor de ouders van deze stellingen kan als volgt worden samengevat : Begaafde kinderen die onderpresteren moeten eerst weer leren zin krijgen in het leren op zich, een positief zelfbeeld ontwikkelen door zelfvertrouwen. Als kinderen voldoende vertrouwen hebben in hun eigen kunnen zullen zij hun eigen vrienden kunnen kiezen, ook al lijken dit voor de buitenwereld eigenaardige keuzes.
Het is belangrijk intellectueel weerwerk te bieden aan begaafde kinderen om hun redeneringvermogen te ontwikkelen. Het samenwerken op school, in clubs, verenigingen met ontwikkelingsgelijken kan hiervoor een oplossing zijn. Hier vinden ze makkelijk vrienden van hun niveau.
Context
Het artikel komt uit het tijdschrift Talent dat verschijnt om de twee maanden.
Talent is een Nederlands tijdschrift over hoogbegaafdheid dat zich richt op ouders en begeleiders van hoogbegaafde kinderen.
Talent bied kennis en informatie waarmee hoogbegaafde kinderen op een leuke manier hun schooltijd kunnen doorlopen.
Auteur
de auteur van het artikels is Marianne Pluymakers, ze is als onderwijskundige(pedagoog)/gezondheidspsycholoog verbonden aan de Psychologische adviespraktijk begaafden Utrecht. (PABU)
Vragen aan de auteur
1. Hoe ben je erop gekomen om te beginnen schrijven?
2. Waarom schrijf je voor Talent?Of heb je nog een andere voorkeur?
3. Wat houd je beroep precies in?
Structuur
Het artikel kent een duidelijke structuur.
Wat zijn de tussentitels?
- Een blok aan het been
- Twee theorieën
- De kick van het kunnen
- Cognitief conflict
Organisaties
Daltonschool
Specialisten
-Schrameijer F
-H.C. Rümke
-V.A.F Vogels
-Mihaly Csikszentmihalyi,: Amerikaans/Hongaars psycholoog
-K. Rathunde
-S. Whalen
-J.T Webb
-Elizabeth A. Meckstroth
-Stephanie S Tolan
-Hermans
-L.J. Coleman
-T.L. Cross
-J.G.L.C. Lodewijks
-Willem Doise
Woordverklaringen
Sparringpartner
Excellen: uitblinken
Bronnen
Marianne, P. (2001). Onderwijs aan begaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs. Kluwer.
Csikszentmihalyi, M., Rathunde, K., & Whalen, S. (1993). Talented teenagers. The roots of Succes and Failure. New York: Cambridge University Press.
de Bruin, E. (2002, Oktober 5). Eenzaamheid maakt dom. NRC Handelsblad .
Engels, R., Dekovic, M., & Meeus, W. (2000, Mei). Opvoedingsbeleving, sociale vaardigheden en vriendschapsrelaties van adolescenten. Kind en Adolescent .
M.F., P. (1989). De waarderingstheorie en de toepassing daarvan op faalangstbegeleiding: balans tussen strijd en liefde. In handboek leerlingbegeleiding. Alphen aan de Rijn: Samsom.
Schrameijer, F. (1996, Augustus 26). Vrienden zijn geen medicijnen tegen alle kwalen. NRC Handelsblad .
Steketee, H. (2001, Oktober 5). Ons masker is ons gezicht. NRC Handelsblad .
Van den Bogaard, M., & van den Berg, H. (2001). Classificatie van het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van kinderen en adolescenten. Tijdschrift voor Orthopedagogiek , pp. 191-203.
Vogels, V., Roerink, I., De Graaff, S., & Bosman, A. (1999). Populaire kinderen hebben een betere werkhouding dan verworpen kinderen. Tijdschrift voor Orthopedagogiek , pp. 234-245.
Webb, J., Meckstroth, E., & Tolan, S. (2000). De begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Assen: Van Gorcum & Comp.