Moeilijke Woorden
A
- Adequaat
- Geschikt voor het beoogde doel
- ADHD
- Staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Een term om een stoornis aan te duiden waarvan aandachtsproblemen en hyperactiviteit de voornaamste kenmerken zijn. Het gaat hier om kinderen met overbeweeglijk, druk gedrag, toegenomen afleidbaarheid en concentratiezwakte. Deze kenmerken zijn hardnekkig en langdurig aanwezig en doen zich meestal voor in meerdere situaties (thuis, op school). De stoornis moet optreden voor de 6de verjaardag en moet tenminste 6 maanden na begin ervan aanwezig zijn.
Analystisch denken: ontledend denken
B
- Begaafdheid
- Grote gaven of talenten bezittend; talentvol
C
- Cerebraal
- (al te) verstandelijk
- Cognitie
- Betrekking hebbend op het (leren) kennen neergaan; schommelen, variëren
- Cognitief denken
- Denken op beruste kennis, niet op basis van theorie
- Cohortononderzoek
- Onderzoek van een grote groep
- Comorbiditeit
- Het tegelijkertijd aanwezig zijn van verschillende aandoeningen/stoornissen. Stoornissen die vaak samen gaan met ADHD vindt u bij Verwante stoornissen.
D
- Deciel
- Getal dat de mogelijkheid biedt een statistische distributie in tien groepen te verdelen die alle een gelijk aantal elementen bevatten.
E
- Eigengereid
- Eigenmachtig optreden
- Empirisch
- Volgens de ervaring
- EQ
- Emotionele intelligentie
- Equivalent
- Iets dat gelijkstaat met iets anders
- Excellen
- Uitblinken
- Excelleren
- Zich onderscheiden
- Existentieel
- De existentie betreffend
F
G
- Gave
- Talent; vermogen; kunnen
H
- Hoogbegaafdheid
- IQ vanaf 130
- Hoogdravend
- Met grote, dure woorden
I
- Inadequaat: Niet geschikt zijn om iets tot een goed einde te kunnen brengen
: Inconsistent - Onsamenhangend, veranderlijk
- Intellect
- Geheel van de verstandelijke vermogens van een of de mens
- Interpersoonlijke intelligentie
- Het vermogen om intenties, motivaties en wensen van anderen te begrijpen en ook effectief met die mensen om te gaan
- Intrapersoonlijke intelligentie
- Het vermogen te waarderen en te respecteren wie je bent, met al je eigenaardigheden, wensen; angsten en capaciteiten.
- Introversie
- zich als persoon emotioneel afsluiten in zijn eigen wereld
J
K
- Kwalitatieve verschillen
- Verschillen wat kwaliteit betreft
L
- Longitudinaal onderzoek
- Onderzoek dat betrekking heeft op hetgeen zich in een (lang) tijdsverloop voordoet
M
- Markant
- Opvallend
- MKD
- Medisch Kleuter Dagverblijf
- Moraliteit
- Praktisch concept; onderdeel van de manier waarop mensen met elkaar omgaan
N
O
P
- Pedant
- Verwaand
- Pervasief
- Diep doordringend
- Pragmatisch
- Zich voornamelijk gaan richten op feiten en hierbij dus inspelen op de praktijk
- Psychopathologie
- Wetenschap die zich bezighoudt met psychische stoornissen
Q
R
- Representativiteit
- Vertegenwoordiging, geschikt om te vertegenwoordigen
S
- Significant
- Niet aan toeval toe te schrijven en dus betekenisvol
- Sparringpartner
- Oefenpartner
- Steggelen
- Kibbelen, twisten
- Stereotiep
- Vast, onveranderlijk, bij elke gelegenheid terugkerend
- Summum
- Hoogtepunt; toppunt
- Syndroom van Asperger
- Pervasieve ontwikkelingsstoornis
T
- Talent
- Natuurlijke begaafdheid, bekwaamheid, kundigheid
U
V
- Verzuimen: Nalaten, niet komen
: Validiteit - Mate waarin een meetinstrument aan zijn doel beantwoordt
- Verbaal
- Door middel van taal
W
- Wijsheid
- De juiste, hoogste, op inzicht en levenservaring berustende kennis (en het handelen daarnaar)
X
Y
Z
- Zelfrapportage
- Methode van rapportage in het wetenschappelijk onderzoek waarbij de persoon die ondervraagd wordt zelf vragenlijsten invult
- Zelfredzaamheid
- Het gevoel dat je alles onder controle hebt en alles aan kan
- ZMOK
- Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen
page revision: 33, last edited: 03 Jan 2010 12:10